Als hoofdregel geldt dat veroordeelden kunnen werken en daarmee (zak)geld kunnen verdienen tijdens hun detentie. Arrestanten zijn gedetineerden die zijn aangehouden om een (doorgaans) korte straf uit te zitten. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft bepaald dat arrestanten gedurende de eerste acht weken van hun detentie niet in aanmerking komen voor deelname aan de arbeid. De beroepscommissie heeft in haar uitspraak van 7 oktober 2014 geoordeeld dat die uitsluiting van deelname aan de arbeid in strijd is met het wettelijk recht op deelname aan de arbeid. De directeur mag arrestanten daarom niet meer standaard uitsluiten van die deelname maar moet verzoeken om te mogen werken per geval beoordelen.(Bron: RSJ)