Een gevolg van detentie is vaak dat de gedetineerde niet meer aan diens (financiele) verplichtingen kan voldoen. Dit omdat de gedetineerde, in de meeste gevallen, diens inkomen verliest. Het gevolg van het niet kunnen voldoen aan de (financiele) verplichtingen is dat de gedetineerde, na diens in vrijheidstelling, hoge boetes en rente moet betalen waardoor zijn schulden dus nog hoger worden. Dit heeft tot gevolg dat de kans dat een ex-gedetineerde wederom voor het crimineelpad kiest, om zo aan diens financiele verplichtingen te kunnen voldoen, erg groot. De LGC wil dit risico verkleinen door al tijdens de detentie er voor te zorgen dat de gedetineerde aan sanering van diens schulden kan beginnen.

Het probleem in het huidige systeem is dat een gedetineerde in de meeste gevallen niet naar de civiele-rechtbank kan gaan, waardoor voor de schuldeisers dus ook (meestal) niet interessant is om een dergelijke procedure te starten; zij kiezen dan ervoor om te wachten tot dat de gedetineerde in vrijheid is gesteld, maar ondertussen laten zij de boetes en rente wel doorlopen.

De AC van de LGC moet dit probleem voorkomen. Doordat een arbitraal proces in de inrichting plaats kan vinden waar de gedetineerde zich bevindt, met andere woorden in bijzijnd van de gedetineerde, is het voor een schuldeiser veel interessanter om een dergelijk proces aan te gaan; Omdat deze bijvoorbeeld pas na een einduitspraak het verschuldigde bedrag (fiscaal) kan verantwoorden/verwerken. Voor een gedetineerde is het interessant omdat deze door een dergelijk proces kan voorkomen dat diens schulden torenshoog worden.