Vaak is het zo dat gedetineerden door hun detentie erg in schulden raken. Dat komt onder meer doordat bijvoorbeeld bezuinigd is op reclassering. Maar ook omdat in ons land geen civielrechtelijke regelingen (wetten) zijn die met de detentie van een persoon rekening houden. Nu is het zo dat als iemand gedetineerd raakt al zijn contracten, bijvoorbeeld de vaste lasten en de huur, gewoon door blijven lopen; en als iemand een lening heeft, blijft de rente zich opstapelen. Dat komt door het feit dat gedetineerden, begrijpelijkerwijze, door hun detentie geen inkomen hebben waarmee zij hun schulden kunnen aflossen. Dit brengt met zich mee dat een ex-­gedetineerde na diens vrijlating en terugkeer in de maatschappij in de eerste plaats met torenhoge schulden zit.
In de tweede plaats is het zo dat een gedetineerde na zijn detentie zomaar op straat wordt gezet. In de meeste gevallen heeft de vrijgelatenen zijn woning – doordat hij of zij niet de huur heeft kunnen betalen – verloren waardoor hij of zij, indien deze niet bij diens familie of vrienden tijdelijk kan logeren, direct na diens vrijlating dakloos is. Dit feit, plus zijn of haar hoog opgelopen schulden maakt de drempel voor een ex-gedetineerde om al direct na diens detentie zich met criminele activiteiten bezig te gaan houden, erg laag. En men moet erkennen dat het onze eigen (de maatschappij) schuld is; immers, een ex-gedetineerde heeft in het algemeen geen andere keus dan zich met criminele activiteiten bezig te houden (een uitkering kan een ex-gedetineerden bijvoorbeeld niet vragen omdat deze geen woonplaats heeft), want hij of zij moet toch ook kunnen leven en eten! Een ex-gedetineerde is in principe na zijn vrijlating slechter af dan voor zijn detentie en het mag duidelijk zijn dat deze in een soort van vicieuze cirkel belandt.
De LGC wil het bovenvermelde probleem opgelost hebben, want het is immers in het belang van ons alIen. Vandaag bezuinigen, kost ons mogen de drievoudige.
Een eerste stap om dit probleem op te kunnen lossen is om gedetineerde al tijdens hun detentie voor hun verrichte arbeid een wel verdiende loon te geven. Nu is het zo dat gedetineerden (die afgestraft zijn) ten eerste verplicht zijn om te werken en ten tweede ‘peanuts’ als vergoeding krijgen. Het gemiddelde salaris van een gedetineerde is €13,- per week. Daarvan moet hij of zij de huur en de kabelkosten voor de tv betalen; voor het wassen van diens kleding betalen; de huur voor een eventuele koelkast betalen, etc.
Kort samengevat, een gedetineerde kan al tijdens diens ‘detentie niet eens van diens ‘salaris’ rond komen, laat staan om nog te kunnen sparen voor de tijd van na diens detentie. De LGC stelt dus voor om gedetineerden meer te gaan betalen voor hun verrichte arbeid, zoals onze buurlanden. In Duitsland en Frankrijk krijgt een gedetineerde ongeveer 300 a 400 euro per maand, wat met zich mee brengt dat een gedetineerde na diens detentie een bepaald bedrag (die hij of zij zelf gespaard he eft) tot diens beschikking heeft waardoor hij of zij niet – in ieder geval niet direct – na diens detentie het crimineelpad op hoeft te gaan. Verder stelt de LGC voor om de helft van het bedrag dat aan gedetineerden betaald zal worden, automatisch, op een spaarrekening te zetten. De gedetineerde krijgt dan pas na diens vrijlating (tegelijkertijd dus) de voor hem ofhaar, van diens eigen loon, gespaarde bedrag. Wij, de LGC, zijn van mening dat indien er gehoor wordt gegeven aan onze voorstel, de criminaliteit in ons land zal verminderen.
Wij, de Landelijke GedetineerdenCcommissie, willen dus ook tegen de nutteloze arbeid van gedetineerden optreden, door hun een redelijke vergoeding te geven voor door hen verrichte arbeid.